Corona & Franciscus Academie

‘Niets is standaard’

Elma Meijerink is sinds 1 februari 2020 manager van de Franciscus Academie van het Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam. Een maand na haar aantreden brak de coronapandemie uit. Ze vertelt hoe de Franciscus Academie en de collega’s van de afdelingen ervoor zorgden dat de opleidingen en stages vrijwel direct na de eerste uitbraak weer van start gingen. Wie leiden jullie op in het Franciscus Gasthuis & Vlietland? ‘De Franciscus Academie is verantwoordelijk voor alle beroepsopleidingen en medische opleidingen in het ziekenhuis: van apothekers-, doktersassistent en verpleegkundige tot arts en specialist. Met in totaal 45 medewerkers worden meer dan duizend mensen gefaciliteerd in hun opleiding. Daarnaast zorgen wij voor de ontwikkeling van het zittende personeel (4.500 medewerkers) en faciliteert ons Wetenschapsbureau al het wetenschappelijk onderzoek in het ziekenhuis.’ De invloed van corona is voor het ziekenhuis gigantisch. Wat waren en zijn de directe gevolgen voor de Franciscus Academie? ‘We zagen de eerste golf niet aankomen, de invloed daarvan was enorm. Bij iedere opleiding werden we door de RIVM-richtlijnen bijvoorbeeld geconfronteerd met een capaciteitsprobleem. Bijna alle ruimtes waren te klein om les te geven. Duidelijk was dat de pandemie lang zou gaan duren. Daarom zijn we vrij snel het onderwijs gaan omvormen naar onder meer online lessen en hebben we jonge onderwijskundigen gevraagd met ons mee te denken over digitalisering van onderwijs. Natuurlijk werden we ook overvallen door scholen die ineens moesten sluiten. Verder werden er veel OK’s afgezegd, omdat reguliere zorg werd uitgesteld. Deze afdelingen werden omgevormd tot covid-afdelingen. Dat vroeg veel aanpassingsvermogen van studenten en medewerkers. Zo kon het zo maar zijn dat een student eerst stage liep bij dermatologie en daarna moest overstappen naar de covid-afdeling. Dat leverde veel onzekerheid op, ook bij ouders van studenten, mede omdat er veel onduidelijkheid was over corona. Desondanks zijn vrijwel alle stages doorgegaan. Ook hebben studenten veel extra diensten gedraaid.’ Wat is het verschil tussen de eerste en tweede golf? Bij de tweede golf was er geen ad-hoc-beleid nodig. We waren voorbereid, er zijn genoeg beschermingsmiddelen en mensen in opleiding kunnen op een normale manier coschappen of stagelopen en hun toetsen halen. De medewerkers van de Academie zetten zich daarbij enorm in en waar nodig lopen ze zelf mee op de afdelingen om de begeleiders en studenten te ondersteunen. Wat wel opvallend is, is dat de maatschappelijke waardering nu veel minder is. Bij de eerste golf werden er bijvoorbeeld geregeld bloemen en chocolade bezorgd en werd er geklapt voor de zorg. Nu is er meer gemopper mede omdat de druk op de verpleegafdelingen groot is en patiënten verplaatst moeten worden naar andere ziekenhuizen. Je merkt ook wel dat we allemaal vermoeid zijn door dit jaar. Niets is standaard. Maar gelukkig was en is er onderling een enorm gevoel van verbondenheid en de inzet van een iedereen is groot.’