ALBEDA EN ZADKINE


"Als corona ons íets leerde, is het dat we samen sterker staan."

Binnen het Regionaal Actieplan Stages is iedere stem gelijk. Maar de aanjagers van deze actiegroep zijn toch vooral Albeda en Zadkine geweest. Als twee van de grootste mbo-instellingen, zowel regionaal als landelijk, hadden zij het grootste belang om door corona ontstane stagetekorten zo snel mogelijk weg te poetsen. Een terugblik op de samenwerking.

Enige concurrentie - of gevoelde concurrentie - is de scholen in het verleden niet vreemd geweest. Maar wat betreft hun pogingen om studenten ook tijdens corona aan een stage en diploma te helpen was er geen moment dat ze elkaar vliegen probeerden af te vangen. "Daarvoor was het urgentiebesef simpelweg te groot," aldus Frans Roozen van Albeda. “Beide scholen voelden instinctief aan dat een innige samenwerking nodig was om deze crisis te bezweren, zowel onderling met andere onderwijsinstanties als met overheid, ondernemers en brancheorganisaties.” "Ruimte om lang te onderhandelen over een plan van aanpak was er dan ook niet," zegt Caroline van Eijk. “Al in oktober 2020 - tijdens een eerdere meeting met de latere leden van de actiegroep - was duidelijk dat er grote stagetekorten aan zaten te komen. Bekend was ook dat deze zonder ingrijpen snel zouden oplopen.” De hoop was toen nog dat de partijen tot februari 2021 de tijd hadden om deze tekorten met vereende krachten weg te werken. Maar deze hoop vervloog al gauw toen Nederland in volledige lockdown ging. Van Eijk: “Hierdoor liepen de stagetekorten enkel nóg verder op. En tegelijk werd het tijdframe om deze problemen af te pellen, en te ontdekken waar mogelijk oplossingen zitten, alsmaar kleiner. Om te voorkomen dat studenten relevante werkervaring missen en studievertraging zouden oplopen, werd het vrij letterlijk een race tegen de klok.” ‘Knuffelberen’ Bij Zadkine voelde Esther Leeftink, directeur Onderwijs & Kwaliteit, dezelfde druk. Maar, pareert zij ‘beren op de weg zijn er om te knuffelen’. Een en ander maakte de urgentie om snel creatieve oplossingen te bedenken voor een groeiend probleem alleen maar groter. Uiteindelijk lag er binnen vijf werkdagen een eerste actieplan klaar en stond de eerste brede bijeenkomst met alle partners gepland. De snelheid waarmee dit alles ging, vergelijkbaar met de plotselinge ommezwaai naar afstandsonderwijs eerder dat jaar, verbaasde velen. Maar volledig toeval was het niet. Roozen: “Zowel Albeda als Zadkine hebben zich direct vrijgemaakt om zich gezamenlijk in dit vraagstuk vast te bijten.” Een van de taken van deze stuurgroep - waartoe ook Leeftink behoort - was om het servicedocument mbo-aanpak coronavirus COVID-19 eens goed onder de loep te nemen. “Daarin geeft het ministerie van OCW, in samenwerking met de MBO Raad, onder andere handreikingen om op een andere manier invulling te geven aan stages of praktijkonderdelen. Maar dit document is zo ambtelijk en cryptisch geschreven dat we eerst een fikse vertaalslag moesten maken om te begrijpen welke ruimte nu daadwerkelijk werd geboden. Toen dat eenmaal helder was, konden we écht aan de slag.”

Creatief denken “Een vereiste daarbij was om creatiever en verder te denken dan we gewend waren,” vervolgt Mirjan van Ormondt, senior beleidsadviseur bij Zadkine. “Bijvoorbeeld door het introduceren van duo-stages, waarbij twee studenten een stageplek delen. De eerste draait ’s ochtends een paar uur mee in een bedrijf, de ander in de middag.” Ook intern gingen de scholen nog eens goed op zoek naar stagemogelijkheden. Door een beetje ‘omdenken’ wist Albeda zo 150 gloednieuwe duo-stageplekken te creëren. Maar ook de gemeente, in de persoon van beleidsadviseur Robert Glerum, boekte mooie successen. Van Eijk: “Hij stalkte dagelijks alle afdelingen om zo veel mogelijk stageplekken te reserveren.” Potentiële goudmijn Al die individuele inspanningen ten spijt, iedereen wist: dé oplossing voor de stagetekorten zit ‘m in de samenwerking tussen alle bij de actiegroep betrokken partijen. Zo richtte Van Ormondt een werkgroep op met het SBB. Onder andere om te onderzoeken of de priklocaties van de GGD - een potentiële goudmijn voor stagiairs uit de horeca, beveiliging, facilitaire dienstverlening en welzijn en zorg - niet als tijdelijk leerbedrijf zou kunnen fungeren. “Vanwege allerlei protocollen en wet- en regelgeving kon daar aanvankelijk geen sprake van zijn,” blikt zij terug. “Maar nood breekt wet. En met een beetje integraal denken kom je verder dan je denkt. Het geheel is meer dan de som der delen. Zo wisten we ook de priklocaties in te zetten als stageplek.” Motor van de maatschappij Van groot belang was verder om in de media - of waar dan ook - alsmaar de waarde van mbo te benadrukken. Roozen: “Het mbo is de motor van de maatschappij. Wij zijn hofleverancier van het MKB en talloze cruciale beroepen. Zonder hen ligt Nederland goeddeels op zijn gat.” De stagetekorten in de regio zijn inmiddels grotendeels weggepoetst, rest de vraag: hoe nu verder? Heeft de actiegroep zichzelf overbodig gemaakt? Of zien zij de intensieve samenwerking van het afgelopen anderhalf jaar ook in de toekomst als het nieuwe normaal? Dat laatste blijkt het geval. Roozen: “Na alle opgedane kennis en geleerde lessen weer teruggaan naar de situatie vóór corona zou een domme zet zijn. Gebleken is dat we samen de grootste crisis sinds Tweede Wereldoorlog aankunnen. Dus sámen moeten we ook het vizier op de toekomst houden.” Van Ormondt tot slot: “Je voelt aan alles dat we aan het begin staan van iets nieuws. De eilandjes die er waren, zijn zo goed als opgelost.”